Dinsdag 19 januari 2016 is een zwarte bladzijde in de wereldgeschiedenis. Op die dag werden we mondiaal terneergeslagen door een gebeurtenis die de vluchtelingenproblematiek in proportie doet verschrompelen tot het formaat van een Tic Tac. Uitgevers van geschiedenisboeken besloten die dag in spoedberaden tot onmiddellijke herdruk van hun werken, om deze historische gebeurtenis te vereeuwigen voor het nageslacht. Geëmotioneerde wereldleiders condoleerden elkaar over en weer met hun verlies. De hele wereld was in shock: Twitter was uit de lucht.
Het regende klachten van monddood gemaakte Twitteraars die kampten met ernstige vormen van ontwenningsverschijnselen; alsof men collectief cold turkey was gestopt met roken. Als Twitter niet uit de lucht was geweest, was het uit de lucht zijn van Twitter trending topic geweest op Twitter. Als u mij nog kunt volgen.
Toen mij de ophef over de Twitterstoring ter ore kwam, werd ik overvallen door een intens gevoel van schaamte. Schaamte om deel uit te maken van een mensheid die zó diep gezonken is, dat zij zich druk maakt om een tijdelijk onvermogen om lukraak nutteloze, vermeend grappige opmerkingen het digitale universum in te slingeren.
Sinds de opkomst van social media heb ik gaandeweg steeds meer het gevoel gekregen de aansluiting met de mensheid te verliezen. Ik kan simpelweg niet bevatten wat mensen ertoe beweegt om andere mensen ongevraagd te willen lastigvallen met in superlatieven beschreven teasers over gelukzalige privélevens, hilarisch bedoelde foto’s van honden met Unox mutsen op, ononderbouwde meningen over oninteressante onderwerpen, en ga zo maar door.
Maar wacht eens… Is het schrijven van een column eigenlijk ook niet ongevraagd mensen lastigvallen? Is een column niet gewoon een tweet zonder lengtebeperking? Is dit mijn schreeuw om aandacht?
Eureka, ik ben een aandachtsgeile narcist! Ik hoor er helemaal bij!