Hinderfeestje

Gisteren was het zover: het eerste kinderfeestje van mijn jongste dochter. Onlangs bereikte ze haar eerste lustrum en dat moest natuurlijk gevierd worden in het gezelschap van een handvol hyperactief grut van drie turven hoog.

Klokslag tien minuten te vroeg stond de eerste ondermaatse kabouter al te stuiteren voor onze voordeur. Mijn dochter deed open in opperste extase en liet het knulletje binnen. Hij drukte gehaast een kadootje in haar handen, schopte behendig zijn nog geveterde schoenen uit, gaf zijn moeder met tegenzin een afgedwongen kusje en stoof richting de woonkamer, waar hij binnen luttele seconden een speelgoederuptie ontketende. De toon was gezet.

Één voor één druppelden de minuscule genodigden binnen, waarbij de gilfactor in huize Bruun telkens exponentieel toenam. Binnen een mum van tijd was onze woonkamer getransformeerd in een indoor speelparadijs en deed ons voltallige meubilair dienst als klim- en klautertoestel. Kennelijk is slechtziendheid een veelvoorkomende kinderziekte, want het grut zag onze peperdure bank massaal voor trampoline aan en sprong haar vering aan gort dat het een lieve lust was.

Toen het gepeupel voltallig was, vonden mijn vrouw en ik het hoog tijd voor de speurtocht. Vooraf hadden we met stoepkrijt een parcours door het dorp uitgezet dat de kinderen naar een schatkist moest leiden (die natuurlijk gewoon in de achtertuin stond) en ze daarbij hopelijk tot op het bot zou uitputten. Een win-winsituatie dus. Dus hup, allemaal plassen, schoentjes aan en naar buiten!

We hadden het ons vooraf zo mooi voorgesteld: negen gemotiveerde kinderen die kalm en ordentelijk op zoek zouden gaan naar op trottoirs gekalkte pijlen en symbolen. In werkelijkheid ontpopten de kinderen zich tot wandelende megafoons die uiteen zwermden als eigenwijze eendenkuikentjes in een visvijver. Hierdoor kostte het ons de grootste moeite om de boel in het gareel te houden. Na afloop bleek de beoogde uitputting inderdaad zijn intrede te hebben gedaan. Bij onszelf wel te verstaan; de kinderen waren nog steeds onvermoeibaar en blakend van energie.

De gevonden schatkist was voorzien van een doe-het-zelfpakket om cakeplakjes te versieren. Cake, strooisnoepjes, slagroom, glazuurpennen; alles was in ruime mate aanwezig, dachten we. We hadden er niet op gerekend dat sommigen hun plakjes zouden voorzien van een Limburgs landschap aan tanderoderend decoratiemateriaal, waardoor voor de bescheiden, welopgevoede kinderen (die van ons) de keuze al snel beperkt was.

Nadat het gezelschap de cake met smaak had verorberd en daarbij de toppings genereus had gedeeld met ons hoogpolige vloerkleed, was het moment aangebroken om Oudhollandse kinderspelletjes te spelen. Die hadden we voor de gelegenheid in een modern jasje gestoken, passend bij het door onze dochter verkozen o zo originele feestthema ‘Frozen’. De kinderen vermaakten zich kostelijk met spelletjes als ‘Olafje prik’ en ‘Sneeuwvlokje happen’, al hadden sommigen de aandachtsspanne van een fruitvlieg waardoor onze bank al snel weer werd besprongen als een krolse poes in de nacht.

Inmiddels had mijn glansrijke rol als kinderentertainer me behoorlijk afgepeigerd. Ik besloot darmkrampen te veinzen en me op te sluiten in het toilet. Eindelijk een paar minuten rust…

Nu restte ons alleen nog het gezamenlijke diner. Dom genoeg had ik bedacht om zelf patatjes te bakken in plaats van ze simpelweg te halen bij de plaatselijke snackbar. Het gespuis bleek zo uitgehongerd van alle inspanningen dat ik in de schuur vergroeid was met het handvat van de friteuse en mijn vrouw haar handen vol had om alle mee-etertjes aan tafel op hun wenken te bedienen.

Na het uitdelen van cadeauzakjes gevuld met prullaria en snoepgoed, was het feestje eindelijk ten einde. Twee bedrituelen en een grondige stofzuigbeurt later ploften we moe maar voldaan neer op de restanten van de bank, waar we ons gebrek aan avondeten compenseerden met instant noodles en overgebleven cakerestjes.

Gelukkig zijn de meiden maar één keer per jaar jarig…

Beoordeel deze column